Need for cognitive closure: zo los je irritante cliffhangers psychologisch op

27 januari 2017

De laatste scène van een goede serie is steevast de meest spannende, vooral als het seizoen op z’n einde loopt. GTST vormt wellicht het meest bekende voorbeeld, maar ook de gemiddelde serie op Netflix of HBO drijft kijkers tot wanhoop om ze meteen verder te laten kijken. Cliffhangers zijn uiterst effectief, vanwege de psychologische ‘NFCC’. Dat staat voor…

2 sterren ** – Praktische informatie, gebaseerd op een achterliggende wetenschappelijke theorie

Een beetje flauw misschien, maar het einde van de zin hierboven is een goed voorbeeld van zo’n cliffhanger, die een moment van onduidelijkheid oproept. Ik werk namelijk toe naar een antwoord op waarom cliffhangers zo effectief zijn en kom dan met een nietszeggende afkorting. Door daar niet meteen te zeggen dat het gaat om Need For Cognitive Closure ontstaat er onduidelijkheid, die je brein wil oplossen. Dat is bij deze gelukkig gebeurt, maar zo gemakkelijk kom je er bij series vaak niet vanaf.

Onduidelijkheid vermijden

Ons brein denkt in logische patronen, waarbij een oorzaak iets tot gevolg heeft. Op die manier bouwen we graag spanning op en horen we vervolgens een uitkomst. Dat is uiterst duidelijk, waardoor ons brein goed weet waar het aan toe is. Series die een cliffhanger gebruiken bouwen wel de spanning op, maar stellen de uitkomst vervolgens uit tot (ver in) de volgende aflevering. Dit creëert een belangrijke mate van onduidelijkheid.

Het is onze nieuwsgierigheid die aanwakkert, omdat ons brein de onduidelijkheid wil wegnemen. We openen als het ware een mentaal account voor een verhaal, waar we het begin in opnemen. Om dat account ook weer af te kunnen sluiten hebben we het einde nodig, we moeten weten hoe het afloopt. Zolang het account open blijft staan blijft ons brein daar mee bezig en kunnen we dat niet afsluiten.

Dit is bij cliffhangers natuurlijk lastig, maar is ook de reden dat het voor mensen vaak lastiger is te leven met alleen een vermissing van een dierbare dan de uiteindelijke bevestiging dat die persoon is overleden wanneer er een lijk wordt gevonden.

Gebruik story-telling als antwoord

De cliffhanger van een serie de baas worden? Je kunt daarvoor gebruik maken van handige storty-telling technieken, gebaseerd op de logica waar ons brein zo van houdt. Een bekend experiment beschrijft de volgende situatie:

Linda is 31 jaar oud, single, uitgesproken en erg slim. Ze is afgestudeerd in filosofie. Als student nam ze actief deel aan anti-nucleaire demonstraties en maakte ze zich sterk tegen discriminatie.

Wat lijkt je het meest waarschijnlijk over haar huidige situatie?

  • Linda is nu bankmedewerker
  • Linda is nu bankmedewerker en is actief in de feministenbeweging

bank tellers

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de meeste mensen voor de tweede optie gaan, want die klopt ‘logisch’ met de bovenstaande beschrijving. Het is een voorbeeld van de conjunction fallacy, maar geeft hier goed aan hoe we van logische verhalen houden. Oftewel, van verhalen die logisch lijken.

Bekijk de huidige aflevering van de serie goed en voorspel op basis van het vertoonde gedrag heel specifiek wat er na de cliffhanger zal gebeuren. Door dit hardop uit te spreken naar iemand anders toe of het op te schrijven maak je dat nog sterker. Des te logischer het verhaal dat je creëert, des te meer vrede je brein daarmee zal hebben. Probeer een logisch vervolg te genereren en uit te spreken of op te schrijven, zodat de onduidelijkheid voor je brein verdwijnt en je minder noodzaak voelt om meteen de (volledige) volgende aflevering te bekijken.


Artikel met plezier gelezen? Like me op Facebook en lees wekelijks slimme psychologische tips die je direct kunt inzetten. Geen artikel meer missen? Abonneer je dan op de nieuwsbrief, zodat je iedere vrijdag de artikelen van die week ontvangt.

Wetenschappelijke bronnen

Kruglanski, A. W.; Webster, D. M. (April 1996). “Motivated closing of the mind: ‘Seizing’ and ‘freezing'”. Psychological Review. 103 (2): 263–83. doi:10.1037/0033-295X.103.2.263.

Tversky, A. and Kahneman, D. (1982) “Judgments of and by representativeness”. In D. Kahneman, P. Slovic & A. Tversky (Eds.), Judgment under uncertainty: Heuristics and biases. Cambridge, UK: Cambridge University Press.

You Might Also Like

No Comments

Leave a Reply