Browsing Tag

consumentengedrag

Verkopen door middel van schaarste? Houd rekening met keiharde competitie

11 januari 2016

‘De kamers van dit hotel zijn bij ons waarschijnlijk binnen 2 dagen uitverkocht’. ‘Meer bedenktijd nodig? Neem een optie op een vlucht en een tarief voor maximaal 14 dagen’. Bedrijven creëren een gevoel van schaarste en proberen ons te overtuigen een boeking te maken of aankoop te doen. Booking.com en KLM zijn daar meesters in, maar welk psychologisch proces is eigenlijk verantwoordelijk voor dit effect? Anders gezegd: wat gebeurt er in ons brein dat ons ertoe leidt inderdaad die aankoop te doen? Roux, Goldsmith en Bonezzi (2015) beschrijven in een recent wetenschappelijk artikel verschillende experimenten die daar inzicht in bieden.

Consumentengedrag is afhankelijk van tal van factoren, een gevoel schaarste kan daar binnen een belangrijke rol spelen. Schaarste associëren we met iets bijzonders, het feit dat er (nog maar) weinig van beschikbaar is geeft aan dat het gaat om iets speciaals. Zodra een hotel bijna is volgeboekt dienen we er snel bij te zijn om diezelfde goede keuze als anderen (combinatie met sociaal bewijs) te kunnen maken, voordat het te laat is. Schaarste speelt in op een gevoel van geanticipeerde spijt, we zouden onszelf voor ons hoofd slaan wanneer we deze kans laten schieten en iemand anders ons voor is.

Schaarste maakt ons competitief

Schaarste heeft zoveel effect vanwege onze onbewuste zelfzuchtige natuur, we zijn geprogrammeerd om het voor onszelf zo goed mogelijk voor elkaar te maken (Hobbes, 1985). Schaarste brengt ons in een competitieve mentale staat, we proberen waardevolle resources te verzamelen waarmee we onze eigen welvaart kunnen verhogen. Er bestaat een onbewuste cognitieve associatie tussen schaarste en competitie, onder andere als gevolg van onze biologische programmering op basis waarvan onze voorouders dienden te overleven. De schaarste ziet er tegenwoordig anders uit dan in die tijd, de associatie in ons brein is echter blijven bestaan. Zodra we schaarste ervaren schakelt ons brein de competitieve houding in en proberen we er zelf het best uit te komen. Een goed voorbeeld waren de inmiddels afgeschafte Drie Dwaze Dagen van de Bijenkorf, waarbij consumenten probeerden zo snel mogelijk naar binnen te komen en anderen voor te zijn.

Zelfzuchtig, zelfzuchtig en zelfzuchtig

Schaarste zorgt voor een competitieve mentale staat en maakt ons zelfzuchtig, we proberen de beste hotelkamer te reserveren voordat anderen dat doen of de mooiste kleding uit het schap weg te kapen. Schaarste kan aan de andere kant opvallend genoeg ook leiden tot meer genereus of goedgeefs gedrag door anderen te helpen (Frimer et al., 2011). Waar komt die tweedeling vandaan, hoe kan een drang tot competitie uitmonden in gedrag waarbij we anderen helpen? Een bekend voorbeeld is het collecteren aan de deur, waarbij de bewoners van de goedkopere (huur)huizen vaak meer geven dan zij in een kapitale villa. Eerder wetenschappelijk onderzoek stuitte op dergelijke uiteenlopende resultaten, de nu aangetoonde onderliggende competitieve mentale staat kan daar het antwoord op vormen.

Wat blijkt immers? We zijn altijd zelfzuchtig, zelfs wanneer we meer doneren of anderen helpen in een situatie van schaarste. Indirect proberen we daarmee namelijk onze eigen welvaart te verbeteren, als het gevolg van de competitieve mentale staat. De bewoners van goedkopere (huur)huizen weten dat zij financieel afhankelijker zijn van anderen, bijvoorbeeld wanneer ze een dure boormachine nodig hebben of een grotere auto willen lenen om een meubel te verhuizen. Ze hebben sterkere sociale banden nodig, omdat ze de hulp van anderen gebruiken wanneer hun financiële middelen ontoereikend zijn. Door anderen te helpen in een geval van schaarste met betrekking tot de eigen portemonnee, bijvoorbeeld wanneer iemand collecteert voor een goed doel zorgen ze er uiteindelijk voor dat zij op hulp kunnen rekenen wanneer zij dat nodig hebben. Op die manier is het gedrag in lijn met de competitieve mentale staat waar schaarste voor zorgt, ook al gaat het om een indirect effect. De grotere donatie is als het ware een investering in hun sociale binding met anderen.

Advies voor in de praktijk

Wat betekent dat in de praktijk? Overheden en autoriteiten die willen aansturen op gedrag waar de samenleving als geheel wat aan heeft dienen hier goed rekening mee te houden. Tijdens een recessie (schaarste van geld) of tekorten van voorzieningen (schaarste van duurzame energie of aardgas) is het van belang om de persoonlijke voordelen voor consumenten te benadrukken. Wat levert het iemand persoonlijk op, zij het indirect? In tijden van recessie is het voor het land van belang de (hoge) belastingen te blijven betalen. Dit helpt de economie er weer bovenop, zodat de belastingbetaler er uiteindelijk zelf weer op vooruit zal gaan. Die persoonlijke winst is van belang in de communicatie naar buiten toe, de competitieve mentale staat tijdens een recessie vraagt immers om een persoonlijk gewin dat de betaling van de belasting kan ‘rechtvaardigen’.

Marketeers van ‘groene’ producten zoals een elektrische auto hebben te maken met hetzelfde effect. Het is wat dat betreft dan ook niet vreemd dat de Tesla zo’n succes is. De auto draagt dankzij z’n elektromotor bij aan een beter milieu, maar zorgt vooral voor persoonlijk gewin voor de eigenaar. De auto is snel, sexy en bovendien superzuinig. Het is een mix die binnen een competitieve mentale staat door een gevoel van schaarste perfect beantwoordt aan de behoefte van (zakelijke) consumenten.

Zelf waken voor beïnvloeding als het gevolg van schaarste? Houd er de volgende keer dat je een hotelkamer of een vlucht gaat boeken rekening mee dat het niet je doel was anderen te verslaan, je was van plan een boeking te doen die aan je wensen voldoet. Bespreek je wensen met degene waarmee je reist of schrijf ze voor jezelf op. Beoordeel hotelkamers, vluchten of andere mogelijke aankopen bewust op basis van je eigen voorkeuren. Je kunt je onbewustzijn onmogelijk uitschakelen en schaarste zal z’n krachten op je blijven uitoefenen, bewustzijn vormt echter een eerste stap naar bescherming. Probeer te oordelen op basis van je voorkeuren, houd er rekening mee dat bedrijven schaarste bewust proberen te benadrukken om je in die competitieve mentale staat te krijgen.

Bronnen

Cialdini, Robert (2009). Influence: Science and Practice. Boston, MA: Pearson Education. ISBN 0-205-60999-6.

Frimer, Jeremy A., Lawrence J. Walker, William L. Dunlop, Brenda H. Lee, and Amanda Riches (2011), “The Integration of Agency and Communion in Moral Personality: Evidence of Enlightened Self-Interest,” Journal of Personality and Social Psychology, 101 (1), 149–63.

Hobbes, Thomas (1985), Leviathan, London, UK: Penguin.

Roux, C., Goldsmith, K & Bonezzi, A. (2015). On the Psychology of Scarcity: When Reminders of Resource Scarcity Promote Selfish (and Generous) Behavior. Journal of Consumer Research, 42, 615-631.

Artikel met plezier gelezen? Deel het met je vrienden. Like me op Facebook en deel het artikel. 

Vrije cadeaukeuze dankzij giftcards? Dat valt in de praktijk vies tegen

4 januari 2016

De giftcard of cadeaubon is rond de feestdagen een populair cadeau, vooral wanneer je niet precies weet wat de ander wenst. Cadeaubonnen bieden immers vrijheid, toch? Dat blijkt psychologisch vies tegen te vallen. Reinholtz, Bartels en Parker (2015) tonen in recent onderzoek aan dat cadeaubonnen van specifieke winkels ons koopgedrag sturen richting de typische producten van die retailers. Met een Douglas-bon kies je voor een luxe parfum en een Bol.com-bon stuurt je onbewust naar een boek. Een algemene VVV-bon brengt die sturing niet met zich mee, zodat je daarmee daadwerkelijk volledige vrijheid cadeau kunt doen.

Lees verder…

Patat geschikt als ontbijt? De psychologie van food-flexibility

30 november 2015

Een patatje bij de Smullers of een grote kop koffie bij de Starbucks smaakt heerlijk en voelt emotioneel geweldig, maar draagt aan de andere kant niet zo goed bij aan onze gezonde levensstijl. Uit onderzoek van Khare & Chowdhury (2015) blijkt dat onze keuze hiervoor onder andere afhangt van het gemak waarmee we deze smaakmakers geschikt bevinden als bijvoorbeeld ontbijt, lunch, avondmaal of tussendoortje. Des te flexibeler we daarmee omgaan, des te kleiner onze onbewuste weerstand tegen deze ‘lekkere’ producten.

Lees verder…

Wat werkt beter: de promotionele vraag of het krachtige statement?

16 november 2015

Sinterklaas cadeau nodig? Soms bestel je liever online. Stedentrip Europa? Vlieg voordelig naar New York. Korte ‘promotional phrases’ kunnen we opstellen als vraag of als een stelling. Wat werkt beter en waar hangt dat van af? Dat is waar recent onderzoek van Hendrik Hagtvedt (2015) inzicht in biedt. Het blijken de rol van ervaren ‘arousel’ en de wens tot duidelijkheid of juist een interessant verhaal te zijn die beïnvloeden wat in welke situatie het best werkt. Ik duik er als consumentenpsycholoog voor je in en vertaal de theorie naar de praktijk.

Lees verder…

Met deze 4 methoden kom je de kerstdagen wel door

9 november 2015

Gruwel je van het kerstdiner dat eraan zit te komen, kijk je nu al op tegen een kerstboom in iedere woonkamer of heb je simpelweg niets met het kerstfeest? Het valt niet mee om je daar de komende tijd goed tegen te wapenen, de liefhebbers van de bekende donkere dagen zijn in Nederland enorm in de meerderheid. Hoe kun je als niet-vierder toch voor een prettige tijd zorgen? Daar duik ik als consumentenpsycholoog voor je in, aan de hand van een recent artikel van Weinberger (2015).

Lees verder…

Vrouwen doen donaties, mannen kiezen voor korting

26 oktober 2015

EarthWater helpt consumenten donaties te doen voor een betere wereld, wanneer zij een flesje of glas water bestellen. Onder andere de Ziggo Dome serveert dit water met een goed doel, er is sprake van een donatie-promotie. Aan de andere kant staan bijvoorbeeld supermarkten bekend om hun kortingen op allerlei producten, waaronder ook het water. Welke promotievorm werkt het best en hoe hangt dat af van wie je waar aanspreekt? Ik duik er voor je in aan de hand van een recent artikel van Winterich, Carter, Barone, Janakiraman en Bezawada (2015).

Marketingmanagers maken hun promotieplanning op basis van verschillende soorten kortingen en aanbiedingen. Onder andere de donatie-promotie en korting-promotie vormen twee belangrijke varianten. Bij een donatie-promotie is er sprake van een automatische donatie aan een goed doel, wanneer de consument het product koopt. Een korting-promotie levert die consument direct een korting op. In de beide gevallen is er sprake van een korting op het product, in het ene geval doet de consument daarmee automatisch een donatie aan een goed doel, in het andere geval is de korting vrij te besteden (Arora & Henderson, 2007). Een consument kan besluiten daarmee een donatie te doen, maar kan de middelen ook op tal van andere manieren inzetten.

Verschil in geslacht en woongebied

De auteurs van het artikel ‘Tis better to give than receive? How and when gender and residence-based segments predict choice of donation versus discount-based promotions’ stellen dat zowel ons geslacht als ons woongebied van invloed is op onze voorkeur voor de verschillende soorten promoties. Al van jongs af aan krijgen we als man of vrouw vanuit onze sociale omgeving een andere opvoeding mee (Bakan, 1966). Vrouwen ontwikkelen een zelf-in-relatie perspectief, terwijl mannen een onafhankelijke-zelf perspectief ontwikkelen (Giligan, 1982). Vrouwen ontwikkelen een sterkere connectie met hun omgeving, ze zijn meer ‘interdependent’ (Oyserman et al. 2002). Dit betekent onder andere dat zij zich meer inzetten voor goede doelen en de gemeenschappelijke welvaart.

Ook ons woongebied heeft volgens de auteurs invloed op de promotie-voorkeuren die we hebben. Op macro-niveau zijn consumenten in Oostelijke delen van de wereld meer interdependent dan wij in het Westen (Markus & Kitayama, 1991), iets dat bovendien valt toe te passen op een meer regionale schaal. Met name in landelijke gebieden zijn we meer afhankelijk van sociale contacten, waardoor consumenten er over het algemeen meer interdependent zijn. Het verschil is minder groot dan tussen mannen en vrouwen, maar stadsmensen zijn minder interdependent dan mensen uit de landelijke gebieden. Er is wat dat betreft sprake van twee belangrijke segmenten, die marketeers kunnen helpen om de effectiviteit van de promoties die zij inzetten te vergroten.

Advies voor in de praktijk

Wat betekent dat in de praktijk? Het is op basis van een goede segmentatie mogelijk om de effectiviteit van promoties te optimaliseren. Heb je een duidelijke segmentatie voor ogen en kun je bijvoorbeeld vrouwen uit een landelijke omgeving aanspreken of heb je de mogelijkheid om een promotie te richten op mannen uit de stad? Zorg er in het eerste geval voor dat je een donatie-promotie ontwikkelt, bijvoorbeeld zoals de Ziggo Dome dat doet met Earth Water. Zit je met je verkoopkanalen midden in de stad en zijn het vooral mannen die je product aanschaffen? Zorg dan voor een directe korting, zij zijn over het algemeen minder interdependent en kennen hun persoonlijke voordeel daardoor onbewust meer gewicht toe dan de mogelijkheid om iets goeds te doen voor het collectief.

Heeft de Ziggo Dome daarmee een goede keuze gemaakt door samen te werken met Earth Water? Ja en nee, het hangt af van de bezoekers in de poptempel. Tijdens een concert van Marco Borsato komen de vooral vrouwelijke bezoekers vanuit heel het land, zowel uit de stad als uit de landelijke gebieden. Bovendien refereert Borsato via meerdere kanalen aan zijn werk als ambassadeur voor War Child, waardoor we onbewust het ‘goede doel’ in ons brein activeren. Vrouwen uit landelijke gebieden zijn van zichzelf al meer geneigd voor een donatie-promotie te kiezen, de activering in ons brein maakt dit effect ook voor anderen sterker. Zolang de Ziggo Dome vooral vrouwen en bezoekers uit landelijke gebieden ontvangt vormt de donatie-promotie een goede keuze, tijdens een concert dat vooral mannen uit de stad trekt is dit minder effectief.

De AH To Go doet er aan de andere kant bijvoorbeeld verstandig aan om vooral gebruik te maken van korting-promoties. Een donatie-promotie is dan veel minder effectief. Het zijn niet per se mannen die er hun producten voor onderweg kopen, maar de AH To Go bevindt zich over het algemeen vooral in stedelijke gebieden en op de stations. Mensen zijn daar traditioneel wat minder interdependent, waardoor het onbewust de korting-promotie is die ons meer aanspreekt en eerder tot een aankoop zal leiden. Uit het onderzoek bleek overigens dat het geslacht een sterkere invloed heeft dan ons woongebied, waardoor het voor marketeers vooral verstandig is om hier in hun segmentatie onderscheid in te maken met betrekking tot de promoties.

Bronnen

Arora, N., & Henderson, T. (2007). Embedded premium promotion: Why it works and how to make it more effective. Marketing Science, 26, 514–531.

Gilligan, C. (1982). In a different voice: Psychological theory and women’s development. Cambridge, MA: Harvard University Press.

Markus, H. R., & Kitayama, S. (1991). Culture and the self: Implications for cognition, emotion, and motivation. Psychological Review, 98, 224–253.

Oyserman, D., Coon, H. M., & Kemmelmeier, M. (2002). Rethinking individualism and collectivism: Evaluation of theoretical assumptions and meta-analyses. Psychological Bulletin, 128, 3–72.

Winterich, K.P., Carter, R.E., Barone, M.J., Janakiraman, R. & Bezawada, R. (2015). Tis better to give than receive? How and when gender and residence-based segments predict choice of donation- versus discount-based promotions. Journal of Consumer Psychology, 25, 622-634.

Duurt eerlijkheid ook voor verkopers altijd het langst?

19 oktober 2015

‘Eerlijkheid duurt het langst’, het is iets dat we veelal als kind al ingeprent krijgen teneinde ons een goed moreel kompas mee te geven. Klopt dat echter ook in de praktijk, in het bijzonder voor verkopers? Dat is waar Bickart, Morrin en Ratneshwar (2015) recent onderzoek naar deden. Ik duik er als consumentenpsycholoog voor je in en bespreek wat dit in de praktijk betekent. Duurt eerlijkheid ook voor verkopers het langst of is het soms de moeite waard om ergens bijvoorbeeld niet helemaal duidelijk over te zijn?

Verkopers krijgen regelmatig een spervuur van feitelijke vragen op zich afgevuurd, waarop de consument een antwoord verwacht. In veel gevallen zullen verkopers op de hoogte zijn van productspecificaties en mogelijke toepassingen om passend antwoord te geven. Dat neemt echter niet weg dat verkopers simpelweg niet alles kunnen weten, waardoor zij zo nu en dan te maken krijgen met een vraag waar zij het antwoord (niet direct) op hebben. Zij kunnen hier op 3 verschillende manieren mee omgaan:

  • Toegeven dat ze het antwoord niet weten
  • Liegen door een verkeerd antwoord te geven
  • Onduidelijk of vaag reageren om de vraag te ontwijken

Uiteraard hebben de 3 verschillende manieren alledrie zo hun invloed op de verdere communicatie en in het bijzonder de overtuigingskracht gericht op de verkoop. In het eerste geval doet een verkoper het moreel juiste, maar loopt deze het risico dat de consument zijn of haar competentie als verkoper lager in zal schatten (Fiske, Cuddy, Glick & Xu, 2002). Liegen brengt het risico met zich mee dat dit uitkomt, waardoor de ervaren betrouwbaarheid van de verkoper enorm af zal nemen. De derde variant doet het lijken alsof de consument een antwoord heeft gehad, zonder dat er daadwerkelijk sprake is van liegen. Dat verklaart de aantrekkingskracht die sommige verkopers ervaren (Ellison & Ellison, 2009).

Onduidelijk of vaag reageren

Ik spreek van verkopers, maar bedoel daarmee natuurlijk ook vertegenwoordigers en bijvoorbeeld dienstverleners zoals bij een klantenservice. Het gaat wat dat betreft om een brede groep medewerkers die het contact met de (potentiële) klant onderhoudt. Er is sprake van onduidelijk of vaag reageren om de vraag te ontwijken wanneer de consument niet direct antwoord krijgt op de specifieke vraag, er sprake is van bewuste onduidelijkheid of vaagheid en wanneer de verkoper niet in dienst handelt van de specifieke wens van de consument om gerichte informatie te verkrijgen.

Resultaten van 3 experimenten

Uit drie verschillende experimenten blijkt dat de effectiviteit van een vage of onduidelijke reactie onder andere afhangt van de verwachtingen bij de consument. Consumenten blijken, op basis van het type verkoper en de branche, verwachtingen te hebben met betrekking tot de eerlijkheid die hij of zij zal etaleren. Een autoverkoper staat erom bekend dat deze graag met de consument meepraat en mogelijk details achterwege laat die daarmee niet in overeenstemming zijn. Een dokter aan de andere kant staat veel meer bekend als iemand die eerlijk alle informatie op tafel legt en geen dingen achter zal houden.

Op basis daarvan kunnen consumenten hoge of lage verwachtingen hebben met betrekking tot de eerlijkheid. Het zijn vooral de vakgebieden waar verkopers monetaire prikkels ontvangen waar we als consument niet te hoge verwachtingen hebben van de eerlijkheid (Kalra, Shi & Srinivasan, 2003). Is er sprake van een commissie voor de autoverkoper of de financieel specialist? Dan verwachten we een minder eerlijk antwoord dan bij de arts die financieel niet afhankelijk is van de keuze die we uiteindelijk maken. De verwachtingen gelden op basis van de omgeving (vakgebied, ervaringen van anderen) als op basis van de mate waarin ‘eerlijkheid’ in ons brein geactiveerd wordt via bijvoorbeeld het gesprek. Komt ‘eerlijkheid’ als concept ter sprake tijdens het verkoopgesprek? Dan hebben we automatisch lagere verwachtingen van de eerlijkheid, we worden als het ware kritischer.

Hebben we hoge verwachtingen van de eerlijkheid van een verkoper of vertegenwoordiger, zoals een arts of iemand anders binnen de zorg? Een vaag of onduidelijk antwoord kan dan leiden tot lager vertrouwen en uiteindelijk een lagere intentie om tot aankoop over te gaan. Zou de vertegenwoordiger eerlijk antwoorden dat hij of zij bepaalde kennis niet heeft of niet kan aangeven of een bepaalde toepassing geschikt is? Dat leidt bij hoge verwachtingen over de eerlijkheid vooral tot een hogere mate van vertrouwen, wat de kans op een aankoop juist toe laat nemen.

Hebben we aan de andere kant lage verwachtingen van de eerlijkheid van een verkoper of vertegenwoordiger? In dat geval leidt een vaag of onduidelijk antwoord niet tot een hogere of lagere mate van vertrouwen. Ook een eerlijk antwoord over het ontbreken van de kennis heeft geen effect, in de beide gevallen leidt dit niet tot een hogere of lagere intentie om tot aankoop over te gaan.

Advies voor in de praktijk

Wat betekent dat in de praktijk? Wanneer de verwachtingen met betrekking tot de eerlijkheid hoog zijn is het voor een verkoper, vertegenwoordiger of medewerker van de klantenservice van belang om zo eerlijk mogelijk te antwoorden. Weet hij of zij het antwoord op een vraag niet? Dan is het de moeite waard om aan te geven dat hij of zij de kennis mist, dit leidt tot een hogere mate van ervaren betrouwbaarheid. Een vaag of onduidelijk antwoord zou in dat geval juist tot een lagere ervaren betrouwbaarheid kunnen leiden, waardoor dit de uiteindelijke aankoopintentie schade toe kan brengen.

Bij lage verwachtingen met betrekking tot de eerlijkheid treden deze effecten niet op. Dat geeft niet direct aan dat het de moeite waard is om vaag of onduidelijk te zijn, maar het eerlijke ‘ik weet het niet’ leidt daar niet tot dezelfde toegevoegde waarde. Wil je er als verkoper voor zorgen dat je de kans op een aankoop zo groot mogelijk kunt maken? Zorg er dan voor dat je de verwachtingen met betrekking tot de eerlijkheid hoog maakt. Je kunt dan eerlijk antwoord geven op de vragen die je geeft, ook wanneer je de consument het antwoord schuldig moet blijven. Je profiteert van de hogere ervaren betrouwbaarheid bij hogere verwachtingen op het gebied van eerlijkheid. Wil je er als consument voor zorgen dat je onbewust op de juiste wijze anticipeert op de antwoorden van de verkoper? Zorg ervoor dat je het concept ‘eerlijkheid’ ter sprake brengt, bijvoorbeeld door simpelweg te vragen: “laten we eerlijk zijn, is [een specifieke specificatie, toepassing of eigenschap] in mijn geval daadwerkelijk de moeite waard?”

In Nederland ontvangen hypotheekadviseurs sinds 1 januari 2013 geen commissie meer over de hypotheken die ze verstrekken. Dat leidde er in eerste instantie toe dat hypotheekadviseurs weer uitsluitend na dienden te gaan denken over de mogelijkheden in het belang van de klant, maar het heeft daarnaast ook een psychologisch effect. Het huidige onderzoek toont aan dat dit leidt tot hogere verwachtingen op het gebied van eerlijkheid bij de consument (geen monetaire prikkels voor de verkoper). Dit betekent dat de verkoper het best eerlijk kan zijn wanneer hij of zij een antwoord niet weet, dat leidt immers (in tegenstelling tot bij lage verwachtingen over de eerlijkheid) tot een hogere ervaren betrouwbaarheid.

Bronnen

Bickart, B., Morrin, M. & Ratneshwar, S. (2015). Does it pay to beat around the bush? The case of the obfuscating salesperson. Journal of Consumer Psychology, 25, 596-608.

Ellison, G., & Ellison, S. F. (2009). Search, obfuscation, and price elasticities on the Internet. Econometrica, 77, 427–452.

Fiske, S. T., Cuddy, A. J. C., Glick, P., & Xu, Jun (2002). A model of (often mixed) stereotype content: Competence and warmth respectively follow from perceived status and competition. Journal of Personality and Social Psychology, 82, 878–902.

Kalra, A., Shi, M., & Srinivasan, K. (2003). Salesperson compensation scheme and consumer inferences. Management Science, 49, 655–672.

Lekker eten? Kijk niet teveel naar het etiket met voedingsinformatie

15 september 2015

Een gemiddeld etiket op bijvoorbeeld een pak sinaasappelsap biedt uitgebreide informatie, we kunnen eraan aflezen hoeveel kilocalorieën er per 100ml inzetten, hoeveel eiwitten we binnenkrijgen en hoeveel suikers zich binnen de koolhydraten bevinden. Hartstikke handig natuurlijk, maar wat is de invloed op de beleving van voeding door consumenten? Recent onderzoek van Gomez en Torelli (2015) toont aan dat de voedingsinformatie afhankelijk van onze culturele identiteit een behoorlijk negatieve invloed kan hebben op onze voedingsconsumptie.

Lees verder…

De consument optimaal van dienst zijn? Stuur aan op het juiste type reviews

18 augustus 2015

Online reviews zijn van grote invloed op het consumentengedrag (Dellarocas, Zhang en Awad, 2007). We baseren ons voor een aankoop graag op de meningen van anderen, aan de hand waarvan we inschatten of we een goede keuze zullen maken. Eerder onderzoek toont onder andere aan dat de valentie en inhoud van de reviews van grote invloed zijn op onze keuzes. Moore (2015) toont met een aantal experimenten aan dat het daarnaast het type review is dat bepaalt in hoeverre die bijdraagt aan onze overtuiging een goede aankoop te doen. Afhankelijk van het product of de dienst waar het om gaat zijn het de beschrijvingen van onze acties of reacties die leiden tot een beter voorspelbare attitude, meer ervaren toegevoegde waarde en een grotere kans op een aankoop. Wil je de consument optimaal van dienst zijn? Zorg er dan dus voor dat je aanstuurt op het juiste type reviews.

Lees verder…

Een verre reis of een enorme televisie? Financieel beperkt maken we de verkeerde keuze

4 augustus 2015

Wie z’n geld op de juiste manier uitgeeft kan zelfs met een beperkt budget heel gelukkig leven. Het is wat dat betreft de kunst om je geld te besteden aan de juiste aankopen. Ervaringen maken ons gelukkiger dan materiële aankopen, eerder schreef ik al eens over welke ervaringen ons het meest gelukkig maken en hoe bepaalde materiële producten ons in staat stellen ervaringen te beleven. De achterliggende theorie is grotendeels gebaseerd op de aanbevelingen die Dunn, Gilbert en Wilson (2011) doen in hun artikel.

Lees verder…