Early adopters en influencers spelen een belangrijke rol binnen de marketing voor diverse ondernemingen, ze maken de weg vrij voor acceptatie door een grotere doelgroep. Ze spreken over producten of diensten die je te bieden hebt, om daarmee hun achterban aan te spreken en (hopelijk) positief te beïnvloeden. Ze doen dit vanuit intrinsieke motivatie (early adopters) of externe beloningen (influencers). Wat de reden ook is, ze hebben de wens de producten uit te proberen, te gebruiken of er simpelweg hun licht op te laten schijnen. Aan de andere kant zijn het met name early adopters en influencers die trots zijn op hun unieke karakter of voorkeurspositie, ze hebben een hoge ‘need for uniqueness’. Vanuit dat perspectief zijn ze juist geneigd hun achterban ‘net’ niet aan te bevelen dezelfde producten te gebruiken, om hun uniqueness te kunnen behouden. Hoe balanceer je op deze dunne scheidslijn en welke handige handvatten kun je daarvoor gebruiken? Ik dook er als consumentenpsycholoog voor je in, aan de hand van een artikel van Moldovan, Steinhart en Ofen (2014).
Hoe vraag je effectief om donaties voor een goed doel?
9 februari 2015Goede doelen proberen ons op verschillende manieren te overtuigen van de noodzaak om geld over te maken, of op een andere manier bij te dragen. Ze kiezen hiervoor verschillende strategieën, die we bijvoorbeeld bij Unicef, Warchild en het Rode Kruis goed terugzien. Unicef berichtte over de bevrijding van 3.000 kinderen en Warchild presenteerde een recordopbrengst, terwijl het Rode Kruis aan de andere kant de noodklok luidde voor de vluchtelingen in Syrië. Welke tactieken liggen hieraan ten grondslag en wat werkt in theorie het best? Deze keer een onderzoek van Cai en Wyer Jr. (2014), waarin zij nagaan hoe de nadruk op sterfelijkheid van invloed kan zijn op de effectiviteit van oproepen tot donaties; uiteraard voer voor een consumentenpsycholoog.
Vandaag de dag hebben we te maken met tal van onderbrekingen. Onze telefoon gaat, we ontvangen een Whats-app berichtje of er verschijnt een pop-up in beeld op een website die aangeeft dat we de klantenservice een vraag kunnen stellen. We worden dagelijks regelmatig onderbroken tijdens de activiteiten die we ontplooien, maar zijn ons er doorgaans niet van bewust dat dit ons koopgedrag kan beïnvloeden. We weten dat onderbrekingen niet bijdragen aan onze productiviteit en dat veel mensen de pop-ups op websites als irritant ervaren, maar wat is de daadwerkelijke invloed van onderbrekingen op ons koopgedrag, in totaal andere domeinen dan waar de onderbreking plaatsvindt? Dat is iets voor een consumentenpsycholoog, vandaar vandaag een artikel uit het Journal of Consumer Psychology.
Hoe zorg je voor maximale Word-of-Mouth op Facebook?
26 januari 2015Mond-tot-mond reclame is een van de beste vormen van marketing waar je als bedrijf van kunt profiteren, volledig organisch of zelfs (licht) gestuurd. We bevelen elkaar al generaties lang producten aan en maken daarvoor uiteraard ook gebruik van moderne technieken. Tenminste, dat zou je verwachten. Uit onderzoek van Eisingerich, Chun, Lui, Jia & Bell (2014) blijkt echter dat we hier op Facebook minder aan doen dan wanneer we anderen face-to-face spreken. Waarom vertellen we op Facebook niet honderduit over de producten waar we tevreden mee zijn of de mooie reis die we via die geweldige reisorganisatie maakten? Dit komt aan bod in het onderzoek ‘Why recommend a brand face-to-face but not on Facebook? How word-of-mouth on online social sites differs from traditional word-of-mouth’, waar ik als consumentenpsycholoog enkele handige en praktische tips voor marketeers uit distilleer.
Ervaar je weleens een enorme hunkering naar een lekkere snack, fastfood of een andere andere lekkernij? We hebben er allemaal wel eens mee te maken, al kan de een er beter tegen dan de ander. Marketeers voor voeding halen alles uit de kast om ons te verleiden hun producten aan te kopen, maar hoe doe je dat zo effectief en efficiënt mogelijk? Waar kun je het merk of het product het best presenteren en welke doelgroep is daar het meest vatbaar voor? Deze vragen staan centraal in het artikel ‘“I can almost taste it:” Why people with strong positive emotions experience higher levels of food craving, salivation and eating intentions’, van Moore & Konrath (2014). Zij gebruiken inzichten vanuit de consumentenpsychologie om zowel eigenschappen van de doelgroep als situationele factoren te omschrijven die sterk bijdragen aan de effectiviteit van food-marketing.
Hoe zorg je als land voor effectieve marketing of branding?
12 januari 2015Heb je de vakantieplannen voor dit jaar al klaar liggen, of heb je zakelijk een idee van landen waar je graag zou investeren? Diverse landen doen actief aan marketing en branding, om zowel toeristen als bedrijven aan te trekken. Investeringen op hun grondgebied en in hun bedrijven helpen de economie een stap verder en voor veel landen vormt het toerisme een belangrijke bron van inkomsten. Hoe pak je deze marketing of branding voor landen zo effectief mogelijk aan en met welke valkuilen dien je rekening te houden? Chen, Mathur en Maheswaran voerden 4 experimenten uit, waarover zij rapporteren in het artikel ‘The effects of country-related affect on product evaluations’. Ze bieden inzichten vanuit de consumentenpsychologie, om de maximale ‘nation equity’ op te bouwen.
Wil je een nieuw product introduceren of wellicht een mooie vakantie aanprijzen? Je kunt in een advertentie dan alle specificaties van bijvoorbeeld een nieuwe tablet opsommen, of aan de andere kant abstract spreken over het heerlijke vakantiegevoel of de vroegboekkorting die er beschikbaar is. Welke mate van detail pas je toe in een advertentie en hoe speel je daarmee goed in op de (onbewuste) behoeften van consumenten? Een consumentenpsycholoog kan je helpen de juiste mate van detail toe te passen, op basis van de boodschap die je wilt overbrengen en de wijze waarop consumenten daarop reageren. Hierbij is het interessant om rekening te houden met een focus op de toekomst (denk aan die heerlijke tijd in de zon) of op het verleden (herinner je die mooie tijd), de mate van concreetheid (presenteer veel of juist weinig details) en de mate waarin de consument bekend is met het product (veel ervaring mee of juist totaal nieuw).
Hoe vraagt schuldgevoel om een andere benadering dan schaamte?
29 december 2014Hoe zorg je er als sportschool voor dat je potentiële klanten optimaal aanspreekt, zodat ze de overtollige pondjes van kerst en oud & nieuw er bij jou af komen trainen? Je kunt bijvoorbeeld inspelen emoties als schuldgevoel en schaamte. “Ben je schuldig aan het teveel snoepen van de oliebollen?” Of “voel je schaamte voor de wel erg nadrukkelijke rondingen waarmee je het nieuwe jaar ingaat?” Een schuldgevoel en schaamte, het zijn beide negatieve emoties die van invloed kunnen zijn op beslissingen die we nemen. Hoe kun je hier als marketeer het best op inspelen of hoe zorg je er als individu voor dat je hier op de juiste wijze mee om kunt gaan? Uit recent onderzoek van Han, Duhachek en Agrawal (2014) blijkt dat een schuldgevoel en schaamte een verschillende benadering verdienen. De juiste communicatiestrategie helpt het aanbod in lijn te brengen met de emotionele omstandigheden, een combinatie leidt tot een prettig gevoel en daarmee een grotere kans op conversie of verkoop.
Maar ik verdien het toch om die prijs te winnen?
22 december 2014Overnacht je regelmatig in een hotel van een bepaalde keten, koop je je kleding bij een bepaalde modeketen of ga je regelmatig naar een pretpark als de Efteling? Als vaste klant ontvang je zo nu en dan voordelen, bijvoorbeeld op basis van een ‘Gold status’ of een andere ‘rang’ die je via een loyalty programma op kunt bouwen. Dit is iets dat we vooral goed kennen van de Flying Blue air miles van bijvoorbeeld KLM, maar ook diverse andere bedrijven maken hier gebruik van. Los daarvan heb je net als andere klanten (of niet-klanten) de mogelijkheid om mee te doen aan winacties, waarmee je een leuke prijs in de wacht kunt slepen. Zowel binnen de consumentenpsychologie als diverse andere vakgebieden wordt er veel onderzoek gedaan naar de effecten van deze loyalty-programma’s en speciale winacties. Recent onderzoek van Reczek, Haws en Summers (2014) ontdekte een ‘lucky loyalty effect’ bij die winacties, wat aangeeft dat vaste klanten van een keten of een merk haast het gevoel hebben dat ze het verdienen om de actie te winnen, zij hebben het gevoel meer ‘recht’ te hebben op die prijs dan anderen die minder vaak aankopen deden bij de keten of winkel.
Maakt het internet onze (product)keuzes daadwerkelijk gemakkelijker?
15 december 2014We maken dagelijks talloze (product)keuzes, sommigen belangrijker dan anderen. Zo tegen het eind van het jaar kijken we bijvoorbeeld naar onze zorgverzekering en de mogelijke alternatieven. Het internet heeft ons als consument behoorlijk machtiger gemaakt, we hebben een berg van informatie tot onze beschikking. Leidt dat echter altijd tot een betere keuze? Broniarczyk en Griffin (2014) schreven een review over ‘decision difficulty’, de moeite die we hebben om tot een goede beslissing te komen.
Het bekendste voorbeeld van deze paradox dat ik je als consumentenpsycholoog kan aanreiken is het onderzoek van Iyengar en Lepper (2000), een onderzoek naar keuze en de invloed van teveel keuze. Ze gebruikten twee opstellingen met verschillende soorten jam. De ene opstelling kende 6 soorten, de andere kende er 24. Het uitgebreide assortiment trok beduidend meer bezoekers (meer is beter), maar het was het beperkte assortiment met 6 soorten dat uiteindelijk tot meer verkoop leidde. Hoe kan dat? Op het moment dat de keuze ons overweldigd hebben we de neiging helemaal geen keuze te maken.