Advertenties maken haast automatisch gebruik van foto’s, om de boodschap op een zo levendige manier over te brengen. Dat werkt uitstekend, mede dankzij het feit dat we ons beter kunnen identificeren met de persoon die we in de reclame zien, of we denken aan hoe we ons doel met het product kunnen bereiken. Dit laatste lijkt elkaar wellicht te versterken, maar zorgt juist voor een belangrijk onderschrift. Een advertentie met een productfoto heeft een andere invloed op ons brein dan een advertentie met een foto van een persoon, die het product gebruikt. Als consumentenpsycholoog dook ik er voor je in, aan de hand van het onderzoek van Aydinoglu en Cian (2014).
We komen het tijdens het winkelen allemaal wel eens tegen, soms passen we met gemak in een maat M, terwijl we de volgende keer nauwelijks in een maat L komen. Vooral retailers uit Amerika hanteren vaak behoorlijk verschillende maten, omdat de standaarden daar eerder uitzondering dan regel vormen. Dit heeft onder andere te maken met iets dat ze daar omschrijven als ‘vanity sizing’. Als consumentenpsycholoog kijk ik graag naar de psychologische invloed van het moment waarop we er achter komen dat we een maat L nodig hebben, terwijl we normaal gesproken prima in een maat M passen. Laten we vanuit de consumentenpsychologie kijken naar wat dit met ons doet en hoe we hiermee omgaan.