Je kent het wel: je scrolt doelloos door je tijdlijn en voelt je vooral leeg, in plaats van vrolijk. Totdat er een berichtje binnenkomt van je beste vriend, met een spraakmemo of een stomme grap. Plots voelt het stukken beter. Toeval? Of is dat psychologisch eigenlijk heel logisch?
3 sterren *** – Wetenschappelijke inzichten vanuit de consumentenpsychologie, vertaald naar concrete voorbeelden.
Het zijn niet de minuten die tellen op sociale platforms. Maar met wie je die minuten doorbrengt. Nieuw wetenschappelijk onderzoek door specialisten in consumentengedrag laat zien dat vooral contact met hechte relaties samenhangt met hoger welzijn. Geen spectaculair groot effect, maar wel robuust en relevant voor hoe we technologie gebruiken in het dagelijks leven.
De psychologie van welzijn
Welzijn is een parapluterm. In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen subjectief welzijn (hoe tevreden je je voelt met je leven) en psychologisch welzijn (zingeving, relaties, zelfacceptatie). Dat eerste werd gemeten met de Cantril Life Ladder, het tweede met items uit de Ryff-schaal. Het idee: als sociale platforms je helpen om je sterke banden te onderhouden, dan leveren ze dezelfde voordelen op als offline relaties. Je kunt denken aan steun, verbondenheid en betekenis. Het gaat dus niet zo om het medium, maar om de kwaliteit van het contact.
Cruciaal is het verschil tussen hechte en distant ties. Hechte contacten bevestigen wie je bent, bieden steun en nodigen uit tot wederkerigheid. Distant ties, zoals anderen op een forum of het volgen van onbekende influencers, leveren vaker vergelijking en FOMO op. De hypothese die hieruit volgt, test je niet door mensen te vragen hoeveel ze ‘op social’ zitten, maar door objectief te meten waar de tijd naartoe gaat en die tijd over weken te koppelen aan veranderingen in welzijn. Precies dat is gedaan door de wetenschappers.
Wetenschappelijke onderbouwing
In een langlopende studie van zes maanden (N = 1.029 volwassenen) werd app-gebruik op Android-smartphones onopvallend gelogd en elke twee weken werden vragenlijsten over welzijn ingevuld. De onderzoekers relateerden de gemiddelde dagelijkse tijd op sociale platforms in de week vóór een meting aan het daaropvolgende welzijn, en corrigeerden voor eerdere welbevinden-scores, totale toestel- tijd, demografie en recente levensgebeurtenissen. Dat maakt het geen perfect causaal ontwerp, maar het komt dichter bij het echte leven dan momentopnames of pure zelfrapportage.
De resultaten:
- Kleine, positieve samenhang tussen tijd op sociale platforms en zowel subjectief als psychologisch welzijn. In tijdreeksmodellen bleef dit effect overeind nadat eerdere scores en controlevariabelen waren meegenomen. Denk aan ‘meetbaar, maar bescheiden,’ dus geen wondermiddel.
- Geen effecten op fysieke gezondheid of financiële zekerheid in deze periode. Logisch, zulke domeinen veranderen trager en worden door veel meer bepaald dan je app-gedrag.
- Het positieve effect vind je bij platforms en gebruiksvormen die hechte interacties faciliteren. Via een aparte pretest werden apps geclassificeerd naar ‘socialness’. Tijd op WhatsApp, Facebook Messenger, Snapchat of Skype, en het lezen van berichten van naasten, hing samen met hogere latere welzijnsscores. Tijd op meer ‘afstandelijke’ kanalen, zoals scrollen door je tijdlijn, liet dit niet zien.
Deze resultaten doorbreken de eenzijdige uitleg dat ‘social media slecht voor je zijn’. Die stelling komt vooral voort uit studies bij adolescenten of uit zelfrapportages waarin ‘screen time’ en negatieve vergelijking door elkaar lopen. Dit onderzoek met volwassen gebruikers, objectieve metingen en een tijdreekskader nuanceert dat beeld en wijst richting kwaliteit boven kwantiteit.
Toepassingen in de praktijk
Voor consumenten
- Zet je favoriete mensen ‘bovenaan’: pin WhatsApp-chats met familie, activeer meldingen alleen voor hechte vrienden.
- Ruil passief scrollen in voor gerichte check-ins: een korte spraakmemo naar je zus levert meer welzijn op dan tien Reels bekijken.
- Creëer rituelen: bijvoorbeeld elke middag één ‘close tie’ appen, kort en persoonlijk.
Voor marketeers
Stuur minder op bereik en meer op verbondenheid. Bouw formats die peer-to-peer uitwisseling stimuleren en laat klanten elkaar helpen. Een communitythread met echte namen en moderatie bouwt meer waarde op dan een virale video die vooral distant ties triggert.
Voor beleidsmakers en platforms
Design for closeness. Geef de voorkeur aan content van nauwe contacten in plaats van eindeloze algemene feeds. Leg transparant uit hoe rangschikking close ties bevoordeelt en geef gebruikers instelbare regelaars voor ‘nabijheid’. De voordelen voor het welzijn zijn klein, maar consequent als je ze systematisch versterkt.
Een nieuwe blik op social media
Misschien is de beste digitale detox geen detox, maar een heroriëntatie. Minder vreemden, meer vrienden. Niet langer de meest schreeuwerige feed volgen, maar liever aandacht voor de zachte stem in je zak. Met wie zoek jij de volgende keer contact?
Interessant artikel gelezen en wil je op de hoogte blijven van leuke psychologische inzichten? Meld je aan voor de nieuwsbrief, zodat je iedere vrijdag de nieuwe artikelen ontvangt.
Wetenschappelijke bronnen
Verder lezen: Crolic, C., Zubcsek, P. P., Stephen, A. T., & Brooks, G. (2025). Social platform use and psychological well-being. Journal of Consumer Psychology, 35, 463–474. https://doi.org/10.1002/jcpy.1437
Allcott, H., Braghieri, L., Eichmeyer, S., & Gentzkow, M. (2020). The welfare effects of social media. American Economic Review, 110(3), 629–676.
Orben, A., Dienlin, T., & Przybylski, A. K. (2019). Social media’s enduring effect on adolescent life satisfaction. PNAS, 116(21), 10226–10228.
Burke, M., & Kraut, R. E. (2016). The relationship between Facebook use and well-being depends on communication type and tie strength. Journal of Computer-Mediated Communication, 21(4), 265–281.
Lin, R., & Utz, S. (2015). The emotional responses of browsing Facebook: Happiness, envy and the role of tie strength. Computers in Human Behavior, 52, 29–38.
Cantril, H. (1965). The pattern of human concerns. Rutgers University Press.
Ryff, C. D. (1989). Happiness is everything, or is it? Explorations on the meaning of psychological well-being. Journal of Personality and Social Psychology, 57(6), 1069–1081.
Patrick is meer dan 10 jaar zelfstandig Consumentenpsycholoog. Hij combineert psychologie met marketing. Psychologische inzichten maken hem gelukkiger met zijn eigen (aankoop)keuzes en vormen de wetenschappelijke basis om bedrijven en instellingen te adviseren. Hij schrijft hier blogartikelen op de site, schrijft columns voor RTLZ en De Ondernemer en wordt regelmatig gevraagd voor kranten, tijdschriften, radio en televisie. Bovendien is hij zelfstandig SEO tekstschrijver.




