Met name de consumptie van rundvlees sluit slecht aan bij de doelstelling van de Verenigde Naties om in 2030 significant duurzamer te eten. Er zijn alternatieven beschikbaar, bijvoorbeeld dankzij meelwormen en insecten. Maar, dat roept helaas niet erg smakelijke associaties op. Waardoor we ze niet durven uit te proberen. Laat staan opnemen in ons vaste eetpatroon. Wetenschappers aan de Rotterdam School of Management hebben zich ware specialisten in consumentengedrag getoond, door onderzoek te doen naar het effect van een tweede taal in plaats van de moedertaal. Waardoor een belangrijk deel van de aversie voor deze alternatieve voeding verdwijnt.
2 sterren ** – Praktische informatie, gebaseerd op een achterliggende wetenschappelijke theorie
Ons brein werkt associatief. Er is sprake van een hub-and-spoke-systeem. Dat betekent zoveel als een aantal centrale punten (hubs), voor informatie die we kennen. We kunnen bijvoorbeeld denken aan de meelworm. Zodra we daar aan denken lichten in ons brein de ‘spokes’ op, de verbindingen die we hebben op basis van associaties. Zodra we denken aan een meelworm denken we bijvoorbeeld ook aan de tuin, aan visvoer en aan het krioelen daarvan in onze hand. Die associaties op basis van de hub (meelworm) en de spokes zorgt voor het beeld dat we vormen van die meelworm.
Insecten, kweekvlees en gerecycled rioolwater
In het geval van insecten, kweekvlees en gerecycled rioolwater heeft dat belangrijke nadelige effecten. Deze termen hebben zeer negatieve associaties in het brein van de gemiddelde consument. Daardoor zijn we niet zo snel geneigd om die producten uit te proberen of op te nemen in ons voedingspatroon. De negatieve associaties veroorzaken walging, waardoor we wel oppassen om die artikelen in onze winkelwagen te stoppen in de supermarkt of hiervoor te kiezen in een restaurant.
En dat is jammer, want het zijn drie voorbeelden van voedingsmiddelen die ons eetpatroon een stuk duurzamer zouden kunnen maken. De wetenschappers aan de Rotterdam School of Management ontdekten dat die negatieve associaties vooral sterk zijn in onze moedertaal. In Nature Sustainability publiceerden ze een artikel waarin ze aangeven hoe die associaties in onze tweede taal veel minder sterk zijn. En hoe we in het Engels dus minder opzien tegen ‘mealworms’, ‘artificial meat’ en ‘recycled water’. In het Engels hebben we die sterke negatieve associaties (nog) niet aangemaakt, waardoor de producten een eerlijke kans krijgen om op ons menu te belanden. Het zijn andere ‘hubs’ dan de Nederlandse termen hiervoor, waarbij de ‘spokes’ in het Engels veel minder uitgesproken negatief zijn.
Engelse termen op productverpakkingen
Dat biedt een enorme kans voor marketeers en ook voor jezelf als consument, om duurzamer te eten. Het advies aan marketeers is om vooral Engelse (of een andere tweede taal) producttermen te gebruiken, op Nederlandse verpakkingen. Op die manier omzeilen ze eenvoudig de Nederlandse negatieve associaties die we door de jaren heen hebben opgebouwd.
En als consument kun je jezelf gemakkelijker laten verleiden tot het eten van meelwormen, andere insecten en kweekvlees door je daar in het Engels aan bloot te stellen. Laat je verleiden door Engelse termen voor deze producten, door A-merken en supermarkten die deze psychologische truc ongetwijfeld zullen omarmen. Zodat je geen last hebt van je eigen (onbewuste) associaties, om jouw steentje bij te dragen aan de doelstelling van de Verenigde Naties om in 2030 significant duurzamer te eten.
Artikel met plezier gelezen? Help me het bereik te vergroten met een like op Facebook en. Zelf geen artikel meer missen? Abonneer je dan op de nieuwsbrief, zodat je iedere vrijdag de artikelen van die week van me ontvangt.
Wetenschappelijke bronnen
Geipel, J., Hadjichristidis, C. & Klesse, A. (2018). Barriers to sustainable consumption attenuated by foreign language use. Nature Sustainability, 1, 31-33.
No Comments