Perfectionisme is een obsessief verlangen om handelingen perfect uit te voeren, zo vertelt Wikipedia ons. Uit recent onderzoek van Xin He (2016) blijkt echter dat juist perfectionisten er niet altijd in slagen het perfecte resultaat te bereiken, het is juist deze groep die soms sub-optimaal consumentengedrag vertoont. Hoe komt dat en wat valt daar aan te doen? Ik duik er als consumentenpsycholoog voor je in
Ben je zelf best een beetje perfectionistisch of ken je iemand die netjes alle etiketten van flessen in de koelkast naar voren draait of het bureau perfect moet orderen om te kunnen werken? Perfectionisme bestaat in verschillende gradaties, we kunnen ons er allemaal wel wat bij voorstellen of hebben er in meer of mindere mate zelf mee te maken. Perfectionisme hoeft overigens niet per definitie negatief te zijn, het zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat we het beste uit onszelf proberen te halen. Dat neemt echter niet weg dat het ons ook behoorlijk in de weg kan zitten.
Consumentengedrag door perfectionisten
Hollender (1965) beschreef perfectionisme als eens als ‘betere kwaliteit van onszelf of anderen vragen dan de situatie vraagt’, Wooten (2000) houdt het op de neiging van mensen ‘om extreem hoge eisen aan onszelf en anderen te stellen en niet met minder tevreden te zijn’. Hewitt en Flett (1991) ontdekten zo’n 25 jaar geleden al dat perfectionisten meer inzet tonen en langer doorgaan, om een perfect resultaat te bereiken. Binnen het consumentengedrag betekent dit dat een perfectionist de neiging zal hebben om alles tot in de puntjes uit te zoeken. Alle opties en mogelijkheden worden vergeleken, om tot de meest optimale keuze te komen. Perfectionisten zijn daarmee typisch maximizers, het tegenovergestelde van satisfiers. Desalniettemin hebben perfectionisme nog een unieke eigenschap, omdat een perfectionist de neiging heeft tot zwart-wit denken. Het is alles of niets, een belangrijke valkuil die ertoe kan leiden dat een perfectionist in de praktijk niet altijd de beste keuze maakt.
Zwart-wit denken door perfectionisten
Perfectionisten hebben de neiging tot zwart-wit denken, iets dat we binnen de consumentenpsychologie kennen als ‘dichotomous thinking’. Het is alles of niets, er is geen sprake van een tussenweg. Perfectionisten denken in goed of slecht, succes of falen. Er is geen sprake van een continuüm (Beck et al, 1990), een eigenschap die ze behoorlijk in de weg kan zitten.
Uit verschillende experimenten van Xin He (2016) blijkt dat perfectionisten bovengemiddeld scoren op gemakkelijke en gemiddeld moeilijke taken. Zij tonen meer inzet en gaan langer door dan mensen die minder perfectionistisch zijn. Perfectionisme draagt in die gevallen dus bij aan een beter resultaat, in hun geval het liefst een perfect resultaat. Hun enorme drive het perfecte resultaat te bereiken zit ze echter in de weg bij lastige taken. De moeilijkste taken leveren zelfs bij bovengemiddeld inzet niet altijd het perfecte resultaat op. Het zwart-wit denken van een perfectionist leidt ertoe dat deze zich bovengemiddeld zal inzetten, maar niet zonder in de gaten te houden of dit resultaat oplevert. Lijkt het er gaandeweg op dat een perfect resultaat onmogelijk blijkt? De perfectionist zal de handdoek in de ring gooien, het is immers alles of niets. Is ‘alles’ niet langer realistisch? Dan is ‘niets’ nog de enige uitweg.
Advies voor in de praktijk
Stel dat je een huis wilt kopen, je hebt de keuze uit honderden of duizenden huizen in de regio waar je graag wilt wonen. Je kunt ze filteren op basis van specifieke eigenschappen, zoals een huis met een tuin, een bepaald aantal slaapkamers of een bepaalde bouwperiode. Toch zal er waarschijnlijk een groot aantal huizen overblijven, die allemaal zo hun voor- en nadelen hebben. Het is haast ondoenlijk om zowel alle fysieke eigenschappen als de omgevingen en andere belangrijke facetten op een rij te zetten en die op een gewogen wijze tegen elkaar af te wijzen. Het resultaat? Het is een lastige taak waarbij het zelfs bij de bovengemiddelde inzet van een perfectionist lastig is om tot een perfecte keuze te komen. Wat dat in de praktijk betekent? Een perfectionist zal de handdoek waarschijnlijk in de ring gooien en helemaal geen keuze maken. Het is binnen de consumentenpsycholoog een bekend effect, dat we bijvoorbeeld ook online zien waar het aantal keuzes enorm is. Des te meer keuze we hebben, des te lastiger het wordt een perfecte keuze te maken. Het is een effect waar vooral perfectionisten last van hebben.
Wil je daar slimmer mee omgaan? Het is als consument lastig om van je perfectionisme af te komen, het is een karaktertrek die je niet zo gemakkelijk verandert. Je kunt er uiteraard wel voor proberen te zorgen dat je niet teveel keuze overhoudt. Wil je een huis kopen? Pas meer filters toe, zodat je bijvoorbeeld slechts 3 – 5 geschikte woningen overhoudt. Je maakt het daarmee een gemakkelijke tot gemiddeld moeilijke taak, waarbij je er als perfectionist voor kunt zorgen dat je de perfecte keuze (alles) kunt bereiken. In de supermarkt kun je het jezelf gemakkelijker maken door altijd huismerk of A-merken te kopen om het keuze-aanbod te beperken en op internet is het verstandig om heel specifiek naar producten te zoeken in een specifieke winkel. Probeer de keuzevrijheid te beperken, zodat je zo min mogelijk lastige taken te verwerken krijgt.
Marketeers die consumenten willen helpen hun keuzes gemakkelijker te maken doen er verstandig aan op te passen met teveel productkeuze. Het risico bestaat dat er een lastige taak ontstaat, waardoor met name perfectionisten er niet in slagen om tot een keuze te komen. Ze kiezen ‘niets’ in plaats van ‘alles’, terwijl een meer beperkte keuze dankzij de gemakkelijke taak een verkoop had kunnen opleveren.
Benieuwd hoe perfectionistisch je zelf bent of op zoek naar een vragenlijst om de doelgroep voor te leggen? Er zijn er online verschillende beschikbaar. Mijn score? 74 punten: ‘Je perfectionisme kan je soms in de weg zitten’.
Artikel met plezier gelezen? Like me op Facebook voor meer inspirerende consumentenpsychologie.
UPDATE: Astrid Davidzon schreef recent een boek over perfectionisme en hoe je daar beter mee om kunt gaan of zelfs vanaf kunt komen.
Wetenschappelijke bronnen
Beck, A. T., Freeman, A., & Associates (1990). Cognitive therapy of personality disorders. New York: Guilford Press.
Hewitt, P. L., & Flett, G. L. (1991). Perfectionism in the self and social contexts: Conceptualization, assessment, and association with psychopa- thology. Journal of Personality and Social Psychology, 60, 456–470.
Hollender, M. H. (1965). Perfectionism. Comprehensive Psychiatry, 6, 94–103.
Wooten, D. B. (2000). Qualitative steps toward an expanded model of anxiety in gift-giving. Journal of Consumer Research, 27, 84–95.
Xin, H. (2016). When perfectionism leads to imperfect consumer choices: The role of dichotomous thinking. Journal of Consumer Psychology, 26, 98-104.
No Comments